Sonnet op het Sonnet
Geverfde pop, met rinkelen omhangen,
Gebulte jonkvrouw in uw staal' korset,
Lamzaligste aller vormen, stijf Sonnet!
Wat rijmziek mispunt deed u 't licht erlangen?
Te klein om één goed denkbeeld op te vangen,
Voor epigram te groot en te koket,
Vooraf geknipt, koepletje voor koeplet,
Kroopt ge onverdiend in onze minnezangen.
Neen! de echte Muze eist vrijheid; en het Lied,
Onhoudbaar uit het zwoegend hart gerezen,
Zij als een bergstroom die zijn band ontschiet!
Gij deugt tot niets, tenzij het deugen hiet,
Om, enkel door de broddelaars geprezen,
Op GEYSBEEK* een berijmd vervolg te wezen.
---------------------------------------------------
* Geysbeek: destijds bekend rijmwoordenboek [1881]
Inzender: JM, 5 september 2004
Geplaatst in de categorie: literatuur