inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Abraham van Collem

1885 - 1933

49 resultaten.

Wanneer gij niets verlangt, dan zal zij komen

poëzie
3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 780
Wanneer gij niets verlangt, dan zal zij komen Liefde, en met haar verenigen, Zal zich uw wezen, dat haar heeft ontvangen, In al de kamers van uw denkend hart; Zij wordt het groeiend weefsel uwer ziel, De kleur waarin gij ziet naar het heelal, Zij zelve wordt het wiegende heelal, Het vochtige, het zich weggevende, Het in elkander vloeiende heelal…

Gods aangezicht het is...

poëzie
3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 876
Gods aangezicht, het is de atmosfeer, Het zijn de bomen, is der wolken veer, De akkers en de gronden en de dalen, De bergen en de schitterende schalen Der zeeën, waar de zilvervis in school, Gods aangezicht is in de veldviool, In struik en plant en in der dieren oog, Het is Gods beeltenis, die uit de takken vloog, Wanneer de vogel op…

Het woud

poëzie
2.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 1.119
Donkre bomen uit mijn kostbaar woud, Geboren naar de hemel op te schieten, En uit uw waaiend koepel-dak te gieten Koelte, waarvan de grijze aarde houdt, Zoals een orgel zijt gij opgebouwd: Pijpen van klank en fijne hoge sprieten, Die uit hun steigering stemmen loslieten, — Te roepen staat gij, klankenwachtend hout. Des ochtends komt uw hemelse…

De dood, dat is, niet meer de zon zien

poëzie
4.4 met 5 stemmen aantal keer bekeken 969
De dood, dat is, niet meer de zon zien, is Niet meer de sterren zien, aan hoge nachten, De dood, dat is het niet meer mogen wachten, De ochtendschemering, de duisternis. De dood, dat is, het niet meer mogen zijn, De dood, dat is, het niet meer mogen denken, De dood, dat is, niet meer bewust U schenken Weg, te worden tot een ander zijn. De…

WANDELING

poëzie
3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 829
Een fijne geur ontstijgt de verse gronden; De luchten worden willig voor geluid; Er breken kleine blauwe kreetjes uit, Geritsel als uit duizenderlei monden. Een malse vleug van lente wordt gezonden; Zijn adem is bewaaierd van het kruid Dat uit de omgeworpen voren spruit, Onmetelijk, en dampend in de ronde. In eenzaamheid langs hakkelige…

NIEUWE JEUGD

poëzie
2.8 met 5 stemmen aantal keer bekeken 979
Niiewe jeugd, als uit een kan gegoten Gele wijn, gist mijn schedel binnen En ik voel mij opgeheven en gestoten Naar de wisseling van een nieuw beginnen. Lachend ligt de wereld, en volkomen Weet ik mij aan al wat leeft verbonden, Wat mij scheidde werd mij afgenomen En ik heb mijzelve teruggevonden. Is nu ene godheid nog van node, Met mijn…

DE DAG STOND STRALENDE

poëzie
3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 930
De dag stond stralende, gesponnen klank, De hemel lag, schedel van God, vol wonderen, De zee zette zich om, en goot zich uit, En joeg zich op, en stond, en bolderde. Het was al vreugd', een mild geraas ging uit Van golven, die de castagnetten sloegen, Van wolken, die het zijd gewaad verschoven, Van onzichtbare strijkers door het Ruim. De…

Een dromend kind dat met de sterren speelt

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 1.030
Een dromend kind dat met de sterren speelt, En lacht en reikt en tast met beide handen Naar ’t blauwe niet te vatten stromend beeld, Verschenen aan de weke hemellanden; Een stille dwaas die in zijn waan verbeeldt, Dat hij kan groeien naar de hoge wanden Van ’t eeuwig ruim en daar zal kunnen randen De wolken aan, waarmee de zonne speelt.…

Zijn wij tezamen, God?

poëzie
3.8 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.117
Zijn wij tezamen, God? Het overkomt Mij in de nacht, of aan de lichte morgen, Wanneer ik lig van alle dingen weggeborgen, Dat iets opstijgt in mij, en ik wacht Te worden toegesproken door een naam, God, of natuur, - één wie ik mij niet schaam Te zeggen, dat ik ben het dwaze ding, Dat zich een God weet, en een nieteling. Oproer is in mij…
Meer laden...