50 resultaten.
O, gij voor wie de driften zwijgen
poëzie
2.0 met 7 stemmen
751 O, gij voor wie de driften zwijgen
Wanneer de droppels door uw borst
Als door een doek der liefde zijgen
Ter lessing van des kindjes dorst,
Wat zijt ge schoon en opgetogen,
Iets zoets ontstraalt uw dromende ogen.
Iets, dat getuigt hoe gij geniet,
Iets, als in ‘t oge der gazelle,
Wanneer zij in de klare welle
Met lust zich rein weerspiegeld…
Ze bloeide als bloem
poëzie
2.0 met 11 stemmen
936 Ze bloeide als bloem in ‘t wereldruim;
Ze kon aan elk behagen.
Thans is zij, als een vlokje schuim,
Door winden weggedragen.
Ik heb haar menigmaal gekust,
Dat gloeide hare wangen!
Die zielengloed is uitgeblust,
Gelijk een doods verlangen.
Is ‘t vurig oog als in de nacht
Voor eeuwig uitgeblonken,
Toch ligt ze diep in mijn gedacht,
Als…
Wantje en Karel
poëzie
2.0 met 4 stemmen
1.277 Wantje was een rappe meid,
Blank en mals van koon;
Al de jongens uit de buurt
Vonden Wantje schoon.
De een vlocht haar een bloemenkrans,
De andre schonk haar fruit;
Men verzocht ze tot de dans:
Wantje lachte ze uit.
Karel was een flinkse maat,
Struis en bruin van vel;
Al de meiskens uit de buurt
Vonden Karel wel.
Ze belonkten hem…
Geloof hem niet
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.262 Een jongeling, voor mij in 't stof gebogen,
Sprak: ‘Ik bemin;
O lieve maagd, nooit heeft mijn mond gelogen,
Wees mijn vriendin!
O weiger niet uw liefde mij te schenken,
Word mijne vrouw;
Ik zweer het u, 'k zal nooit mijn minne krenken.
'k Blijf u getrouw,
O ja, 'k blijf u getrouw!’
Zijn lief gelaat en minnelijke lonken
Bekoorden…
Hoort gij het heldere fluiten der vinken?
poëzie
3.0 met 6 stemmen
1.208 Hoort gij het heldere fluiten der vinken?
gadekens winken
hun zacht en zoet;
’t jonge gebroedje begint, om te paren,
’t liefdeverklaren,
want minnegloed
glimt in hun gemoed.
Noem me niet koekoek, o lustige vrinden,
haast zult ge vinden
een lieflijk kind;
haast zult ge heimlijk aan hoeken en straten
fluistren…
Naar buiten gauw, om bloemen in te gâren
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.066 ‘Naar buiten gauw, om bloemen in te gâren,
Naar buiten!... hoor de winden somber jagen.
't Is winter, ach! waar zijt gij heengevaren,
Of frisse geuren, schone zonnedagen?
De min verjongt mijn hart; ik, arme dromer,
'k Meende t'allen kant de jeugd te vinden,
En juichte: hé, naar buiten, lief! 't is zomer
En alle mensen zijn mijn goede…
'k Heb zoete liefde verdreven
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.087 ‘k Heb zoete liefde verdreven
uit het ontloverd nest;
en als een slot omgeven
mijn hart met wal en vest.
De burchtpoort is gesloten,
de hangbrug is gelicht;
‘t geheel is overgoten
met mystisch treurig licht.
Of in de voegen schijnen
te bloeien bloemetjes blauw,
zij zullen, zij moeten verkwijnen:
zij erven zonglans en dauw.
Zo zingt…
En toch zal ’t lente worden
poëzie
2.0 met 9 stemmen
1.547 Wat zingt het hupplend koninkske
In onze doornenhaag? –
Het heeft zo fel gesneeuwd vandaag,
En toch zal ’t lente worden!
De takken missen blad en bloem:
Daar tussen fluit de wind;
Doch immer zingt het welgezind:
En toch zal ’t lente worden!
Al zijn de velden doods en stil,
Ik blijve welgemoed,
En roep gelijk de vogel doet:
En toch zal…
Hoe zachtjes wiegt
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.118 Hoe zachtjes wiegt mij in zijn armen
De sterrenrijke zomernacht;
Zij die het lot mij heeft gebracht,
Heeft als de nacht met mij erbarmen.
Ze noopt mij aan haar hart te rusten,
Het hart, dat mij zo vurig mint,
Terwijl haar wezen glimt van lusten
Als ‘t sterrenlicht zo puur en blind.
Zij heeft me nog van niets gesproken.
Klaar lacht me toe…
Hoe zal ik u toch noemen!
poëzie
3.0 met 8 stemmen
1.241 Hoe zal ik u toch noemen?
Wanneer uw blikken in mij schijnen
en al mijn lijden doen verdwijnen;
wanneer uwe ogen liefde stralen
en, als de beken in de dalen
de bloemekens zo fris besproeien,
mijn hart met zoete lust bevloeien:
Hoe zal ik u toch noemen?
Hoe zal ik u toch noemen?
Wanneer gij in het kruid verscholen,
waar vogelen vol liefde…