HOLLAND
De hemel groots en grauw.
daaronder het geweldig laagland met de plassen;
bomen en molens, kerktorens en kassen,
verkaveld door de sloten, zilvergrauw.
dit is mijn land, mijn volk;
dit is de ruimte waarin ik wil klinken.
laat mij één avond in de plassen blinken,
daarna mag ik verdampen als een wolk.
Tweede periode VIII (1929-1933)
Schrijver: Hendrik MarsmanInzender: Redactie, 27 december 2020
Geplaatst in de categorie: woonoord