Herfst
Vreemd, dat boom en tak zo stil staan
In het gouden licht vandaag,
Dat de bladertjes zo stil gaan,
't Een na 't ander, naar omlaag.
Dat het zonlicht zo voorzichtig
Door de ijlheid straalt van 't lof,
En het groene blad doorzichtig
En veel eed'ler maakt van stof,
Dat het windje in de twijgen
Zo behoedzaam gaat te werk
En alleen wat blaadjes zijgen
Doet op 't pad en 't bloemenperk,
Zonder 't wazig diep te raken
Waar de groene schemer blauwt,
Of de goudglans schuw te maken
In het ijlbebladerd hout,
Of te roeren aan de vijver,
Waar zeer statiglijk en traag
Twee voorname zwanen drijven
Met hun spiegelbeeld omlaag,
En wat late najaarsrozen,
Als bewasemend amethist,
Al de weemoed van hun broze
Schoonheid heffen in de mist.
Laatste verzen (1923)
Schrijver: Jacqueline van der WaalsInzender: Redactie, 19 oktober 2020
Geplaatst in de categorie: jaargetijden