De scheiding
Zij stonden rechtover elkander.
Zij zagen elkander aan
De ene had in haar ogen een glimlach,
En de andere een stille traan.
Deze was een verouderde vrouwe,
Die steun zocht aan de wand.
En gene een jeugdige beeltnis,
Geschilderd door meesterhand.
Hoe spraken die zoete trekken
Nog tot haar zusterhert!
"'t Is heden zestig jaren,
Dat zij begraven werd!”
Zij wreef de hand aan ‘t voorhoofd,
Zij sloeg de ogen neer,
En als in toverkleuren
Rees heel ‘t verleden weer!
Doch vluchtig als het weerlicht
Was haar begoochling heen…
Het beeld wordt weggedragen
De koopman wacht beneên.
Zo namen de tweelingzusters
Daar afscheid van elkaar:
Een oude gebogen vrouwe
En een meisje van zestien jaar.
Gedichten, 2e vermeerderde uitgave (1877)
Schrijver: Rosalie LovelingInzender: Redactie, 19 juni 2018
Geplaatst in de categorie: familie