AAN DE LINDEBOOM
o! Wat schoon-, wat bolgekruinde
lindeboom
van verre ik staan zie, blinkende in de
morgendoom!
Heel is hij gewelkerd al, en
duizendvoud
van verwen, langzaam afgesleten
guldengoud.
Dag en schijnt er op, noch noense
zonneglans:
‘t is vochtig en de hemelkomme is
duister gans.
Doch, ik zie mij, zonnewijs in
‘t nedergaan,
die najaarse, ei, die bolgekruinde
linde staan.
Ringsom rijzen hoge en grote,
zwart en zwaar
getakte boomen, naast die lieve
linde daar.
Diepe schaduw schieten ze en een
donkergroen
gewelf zij om het wezen van die
linde doen.
Wees gegroet mij, nauwlijks uit de
morgendoom
erkenbaar Lieve-Vrouwke, aan de
lindeboom!
Inzender: Redactie, 12 april 2009
Geplaatst in de categorie: planten