Vonkende God, of geest van Godes naaste neven
Sonnet
Vonkende God, of geest van Godes naaste neven
Die hart aan hart met vuur gezuiverd innelijft,
Waarin uw gouden grift gloeiende wetten schrijft,
Daar niemands wil af schrikt, of tegens denkt te streven;
Onttern mijn borst, en bid de voedster van mijn leven,
Die met een zoete wind mijn teedre zinnen drijft,
Zo lang tot op mijn hart haar ooge stilstaan blijft,
Aanschouwen, wat daarin is van uw hand geschreven:
Daar zal ze lezen mijn eeuwige slavernij
En d' eindeloze macht van d' opperheerschappij,
Die haar verheven deugd heeft op mijn ziel bevochten,
Waarvoor haar mijn gemoed needrige jonst betoont
En haar gezegend haar met groene kransen kroont,
Van eerlijk lauren lof en zoete mirth gevlochten.
---------------------------
onttern – torn open; open
Inzender: Redactie, 30 mei. 2010
Geplaatst in de categorie: liefde