Als Jezus zou slapen
Als Jezus zou slapen, avond spâ,
volgden Hem steeds elf engelen na,
en hielden heel hoog -- en lichtten Hem voor
veel sterren, zilverzacht van gloor.
En als Hij nu in zijn bedje lag,
traden zij nader, vol heilig ontzag,
en namen elkaar heel stil bij de hand
ten reidans om zijn ledikant,
en zongen liedekens, wonderzacht,
gelijk nachtegalen bij lentenacht .
Vielen dan 's Kindjes oogelijns dicht,
dan doofden zij gauw hun sterrenlicht
en ieder koos zich, zonder geluid,
voor heel de nacht een plekje uit .
Twee zetten zich, groen als de zee die deint,
aan zijn hoofd- en aan zijn voeteneind.
Rechts en links, op de spondeplank,
zaten twee andre, als sneeuw zoo blank.
Twee deden niets dan 't Kindje dekken
die waren azuur als de zomernacht.
Twee moesten Het, kussend, des morgens wekken
die waren gedost in morgenpracht.
Twee hielden hun opgevouwen wieken
als een levende hemel over het Wicht
hun kleed geleek op het morgenkrieken
en van hun aanzicht straalde licht.
En ieder op zijn hoofdje droeg
een vonkelend rode rozenhoed.
Eén enkele stond ter zij, alléén,
en waagde het niet vooruit te treên,
en zag met ogen vol getraan
van ver het slapend Kindje aan
die droeg op 't hoofd een doornenhoed,
zijn handen en voeten dropen van bloed ...
1890.
Inzender: adm, 3 januari 2011
Geplaatst in de categorie: religie