De dieren
De landman gaat, nu de avond is gevallen,
En de arbeid slaapt, voor 't laatst zijn hoeve rond;
Hij keurt het werk der knechts in schuur en stallen,
En als zijn schaduw volgt hem trouw de hond.
Hij toeft bij 't vee, en luistert hoe het ademt;
Rond schoft en horen hangt een warme damp,
Die met een geur van zomer hem bewademt,
En in een nimbus nevelt om de lamp.
Dan loopt hij tastend langs de ruif der paarden,
Verwelkomd door een dreunend hoefgeklop;
Hij spreekt hen aan, en streelt een ruig behaarde,
Een speels hem toegestoken manenkop.
En als hij eindlijk, rustig na 't volbrachte,
De handen boven 't vlammend houtvuur heft,
Vervult hem nog de ontroerende gedachte
Aan wat rondom hem leeft en niet beseft.
Hij peinst, en leest in 't boek met koopren sloten
Het hoofdstuk uit, dat Noachs tocht beschrijft,
Hoe de arke met haar simple reisgenoten
Lang op de oeverloze zondvloed drijft.
Gans in het wonderbaar verhaal verloren,
Terwijl hij mijmrend in de haardgloed staart,
Lijkt het hem of, door God daartoe verkoren,
Hij met zijn dieren over 't water vaart.
Opvluchten(1922)
Schrijver: Aart van der LeeuwInzender: Redactie (H), 14 september 2023
Geplaatst in de categorie: dieren
Prachtig in al zijn eenvoud.
Het 1ste couplet ken ik ook nog uit mijn hoofd.
Frapant is het, dat ik het pas in gezelschap van mijn kleinzoon van 17 jaar voordroeg en het gedicht bij hem in de klas op dit moment besproken werd. Zo mooi na al die jaren. Hij was heel verbaasd dat zijn oma het nog kende.
De eerste strofe kende ik nog, het geeft een weemoed naar het platteland en de goedigheid van dieren weer.
Bij Cees van Keulen
Het was direct een op mijn hart gericht, bericht
Dat ik met blijdschap mijn leven lang zal zeulen.
zo mooi om te declameren, perfect gedicht,
zo mooi,
gaaf, yes, yes