VLAANDREN, O WELIG HUIS
Vlaandren, o welig huis waar we zijn als genoden
aan rijke taaflen! - daar nu gloeiend zijn de weien
van zomer-granen die hunne aêmende ebbe breien
naar malvend ooste' en statig dagerade-roden,
de wijl de morge' ontwaakt ten hemel en ter Leie -:
wie kan u weten, en in 't harte niet verblijen,
niet danke' om dagen, schoon als jonge zege-goden,
gelijk een beedlaar dankt om warme tarwe-broden?...
O Vlaandren, blijde van uw gevens-rede handen,
zwaar, daar ge delend gaat, in paarse en gele wade,
der krachten die uw schoot als rodend ooft beladen,
- Vlaandren, wie wéét u en de zomer-dageraden,
en voelt geen rilde liefde in zijn leden branden
lijk deze morgen door de veie Leie-landen?
Verzamlede gedichten. Brussel -' s-Gravenhage.(1967)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Han Messie, 1 december 2012
Geplaatst in de categorie: woonoord