DERNIER REFUGE
Vrouw, ik wil wel met u leven,
treed mijn open kamer in,
mijn bezit zij u gegeven,
doch verzwijg mij voze min.
De juwelen van een Carmen
zijn de zonde, die verwondt,
ik wil liggen in uw armen,
met uw adem op mijn mond.
'k Stoot dan 't hoge venster open
op de neergevelde nacht,
waar verdoemde zielen lopen
in een onbegrepen pracht.
En de uren zal ik proeven
als een geurend gift-likeur,
en uw leven blijve toeven
tussen 't venster en mijn deur.
En de maanden en de dagen
gaan ons ongekend voorbij;
alle bloesems die zij dragen
zijn gewenst door u noch mij.
En de nachten zullen groeien
en ons leven zal vergaan,
't lege hart zal stil verbloeien
in een zelf bedachte waan.
Nu gij 't leven dorst verspelen
afgestompt voor vreugd en pijn,
wil ik wel met u nog delen
dit bestaan van zielloos zijn.
Parijsche verzen Bussum 1923
Schrijver: Dop BlesInzender: Redactie, 23 april 2015
Geplaatst in de categorie: psychologie