O zee, die mijne lip doorkeent
o Zee, die mijne lip doorkeent met zout-kristallen
waarin het volle licht van alle zonnen breekt;
zand, bij mijn veer'ge zool breed-uitgestraald doorweekt,
waar krijsend iedre tred doet duizend schelpen schallen;
o tuimelende lucht, die brandt mijne ogen toe
maar sluit ze op 't dansen van ontallig-vuur'ge bollen:
ik ben van zee en lucht, ik ben van God gezwollen;
ik voel me oneindig-rijk en -moe.
Verzen aan zee en in een tuin (1924)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 26 februari 2018
Geplaatst in de categorie: natuur