VERLANGEN
De avond ruist door de akkerlanden
En draagt met ene zoete zucht
Uit mijne warme stille handen
De geuren naar de verre lucht,
Naar – naar ik weet niet wat.
De avondwind begint te waaien,
Ik voel hem aan mijn lijf, mijn haar,
De fluisterende bomen zwaaien
En buigen al maar samen naar –
Naar ik – ik weet niet wat.
De avond waait aan mijne wangen –
Ik bijt de kleine bloemen stuk,
En voel een nameloos verlangen
Naar 'n vrucht – een vrouw – naar ’n groot geluk,
Naar – God ik weet niet wat!
Eenzame liedjes (1906)
Schrijver: C.S. Adama van ScheltemaInzender: Redactie, 6 november 2021
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid