inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1581-1647

poëzie (nr. 3.816):

Ik schouw de wereld aan

Ik schouw de wereld aan,
En naar gewoonte gaan
Zie ik vast alle dingen,
Zij zijn dan groot of kleen;
Maar ik helaas! alleen
Blijf vol veranderingen.

De dag die voert de nacht,
Het windje wispelt zacht,
Over de groene dallen,
Het woud de bergen siert;
Maar ik ben heel verkiert,
En blijf verkiert in allen.

De zon, naar d'oude sleur,
De dode kruiden, deur
Zijn hitte, doet verrijzen,
Die doen haar open blij;
Maar wie kan toch in mij
Levendig leven wijzen?

Het teder zwakke gras,
En 't vrolijke gewas
Gedijt bij dauw en regen,
Die 't dorstig aardrijk voedt;
Maar wat dat mij ontmoet,
't is nimmermeer te degen.

Het wild gedierte springt
't gevogelt dertel zingt,
De wufte nimfen vlijen
Bebloemd haar aan de dans;
Maar kruid noch rozenkrans
verdrijft mijn fantasijen.


-----------------------------------
verkiert: verkeerd
te degen: terdege, naar behoren

fragment uit Theseus en Ariadne (1602)

Schrijver: P.C. Hooft
Inzender: Redactie, 27 februari 2020


Geplaatst in de categorie: wereld

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 7.596

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)