inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 3.978):

De veroordeelde

Ik zit in een subliem vertrek,
Geraffineerd verzorgd, alleen.
Mijn ruwe stoppelbaard verdween
En uitgeschoren is mijn nek.

‘k Had een diner met koffie na,
Uitstekend was de sigaret.
Maar toch iets bitters heeft de pret
Nu ‘k spoedig uit dit leven ga.

Het nieuwe hemd prikt mij en schuurt
Alsof ik naakt lig in het gras.
’t Is of ik nooit zo levend was
Als nu de dood loer in de buurt.

Soms siddert onder mij de vloer.
Hoog boven mij beweegt een touw.
Ik snik en stamel: vive l’amour!
En kreun woestbang: vervloekt, o vrouw.

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: Redactie, 20 augustus 2020


Geplaatst in de categorie: misdaad

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.396

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)