Camoës
Hij sleet zijn jeugd in 't afgelegen slot
En diende een hof, geestloos wuft en verwaten.
Hij vlood, wild hunkerend naar een groter lot
Alleen naar de pas opgerichte Staten.
Om zijn stilzwijgen en onzeker schot
Geminacht door kooplieden en soldaten,
Aan boord, in 't fort ten prooi aan 't plomp complot
Dat hij niet delgen kon, slechts macht'loos haten.
Toch drong zijn droom tot haar verweez'lijking:
Toen hij geen vreemde wonderlanden ging
Veroveren met een machtige armade,
Wrocht hij in kille grottenschemering
- Gedoemd poëet, zwerver en banneling -
De zware strofen van de Lusiade.
Verzamelde gedichten(1961)
Schrijver: Jan Jacob SlauerhoffInzender: Han Messie, 11 december 2012
Geplaatst in de categorie: individu