Twee liedekens.
I. Morgen.
Goede morgen!
Alle de vogeltjes zingen al - hoort!
Jubelend dragen ze 't overal voort:
Goede morgen!
In de weide
Flonkert de dauw in de jeugdige staat;
Erica purpert in vreugdige praal
Op de heide.
In de bomen
Ruist er het liedje zo jong en zo oud,
Fluistert van alwie er zongen in 't woud,
Van hun dromen!
Kom dan mede!
Dolend in velden en dreven naar lust
Vindt de vermoeide van 't leven de rust
En de vrede.
II. Avond.
Avond die glanst op de hei;
Avond die dauwt in de wei;
Dromende zwaatlen de bomen -
Avond in mei!
Meidoren balsemt den wind,
Die om het lieflijke kind
Dartelt en lokken verspartelt,
Of hij haar mint!
't Avondrood bloost hare koon;
Hoort ze in der vogelen toon
Spelende 't minnelied kwelen? -
Avond volschoon!
Neerlandia Jrg 1 (1896-1897)
Schrijver: Willem ZuidemaInzender: Redactie, 2 juli 2022
Geplaatst in de categorie: natuur