NIJMEGEN.
0 stad van licht, met zilver-gouden gloor,
Op 't spieg'lend water, dat, vlak uitgespreid
In nachtvreê, tot ontvangenis bereid,
Uw pijlend glansgetril in zich verloor!
En opwaart slingert zich de straat, waardoor
Geel-rode stippen gloeien; majesteit
Omgeeft het Valkhof, dromend van de tijd
Toen keizer Karel daar zijn rust verkoor.
Laag hangt de maan, een oogstmaan, rossig-goud,
Allangzaam nederdalend op de stad,
Terwijl zij ernstig in het water schouwt.
Hoog rijst de hemelwelving, blauwig-teer,
Die wolk'loos toont haar ganse sterrenschat,
En 't water kaatst hen alle lief'lijk weer.
Gedichten
Schrijver: Edward KosterInzender: Redactie, 5 februari 2016
Geplaatst in de categorie: woonoord