inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Adriaan Loosjes

1735 - 1813

7 resultaten.

Het melkmeisje.

poëzie
3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 619
Wijs: 'k Ben een Amsterdams matroosje Ja de dag is weer aan 't dagen, 'k Hoor 't aan kraaien van de haan, 't Wordt mijn tijd om op te staan, En wat zou me in 't bed vertragen, 'k Ben gezond gelijk een vis. Kom mijn emmers krijg ik maar, Want ik wacht reeds Teunisvaêr, En het zou er anders stinken. - Zie mijn mellekemmers…

De KERS

poëzie
4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 593
Wijze: Oubliez jusqu'à la trace. Letje plukte met haar handje Zeer voorzichtig kersen af. Philas hield een aardig mandje, Teder kersje, dat zij gaf, Vat hij netjes bij het steeltje. 't Mandje is vol - en 't jeugdig paar Zet zich in een stil prieeltje, Zet zich in een stil prieeltje En eet kersen met elkaar.…

De klagende vrouw

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 423
Wijs: Meent gij, dan jonge, Lizette! Heeft er iemand stof tot klagen, Ik heb daar wel reden toe, Want mijn man komt alle dagen (ô Wat ben ik droef te moe) Als eens slet langs straat gestreken, 'k Heb al lang weer uitgekeken, Maar hij komt hij komt nog niet. Ach wat doet hij mij verdriet. Ach wat doet hij mij verdriet.…

De ijs-slee.

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 426
De sneeuwvlok kleedt de straat en daken, Het vlietend water dekt een korst, Maar door de sneeuw- en ijsvermaken Vergeet de sterke jeugd de vorst. Wat heeft de knaap nu al bestiering, De schaats ziet half verroest de dag, Men werkt de Goeyjan van de Vliering, Waar hij sinds maart te drogen lag. Piet Franssen laat ook 't lekker vuurtje Aan…

De ploert.

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 434
Wijs: Ach hoe lekker is het zoenen. A g n i e t. Kijk daar gaat die grootse jongen! Kaatjebuur! kijk over deur, 'k Heb mezelve daar bedwongen, Dat 's de kleinzeun van de Fleur. De oudjes leefden zo bedaardjes, Pieter is een schand op straat, Zie zijn hoed staat op drie haartjes, En hij kijkt als een soldaat. Misselijk zijn…

Lichte Willem.

poëzie
5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 306
Wijs: Hoe lang zal ik bedroefde minnaar blijven. Wel daar ben ik recht pover afgekomen, Wat was die meid een sier en spijtig ding, Ja zij scheen zelf mijn dreigen niet te schromen. Omdat ik maar een kleinigheid beging, Heeft zij terstond een talhout opgenomen, ‘Acht gij mij dan, dus sprak zij, zo gering. Wel snode vent! ik voel mijn…

De naam op de duiventil

poëzie
4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 336
Philas, door de min bestreden, Had de naam van Amaril, Met zijn naam, wel diep gesneden Op de rand der duiventil. 'k Zie haar na haar duifjes treden, Die ze als anders voeren wil. 't Meisje vindt haar naam geschreven Bij zijn naam, zij bloost, zij lacht: Wat zij dacht, is ons om 't even. Maar wie had het ooit verwacht, Dat haar…