inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1776 - 1841

poëzie (nr. 4.396):

Zonderling verzoek

Een hoefsmid, die een man had neergelegd,
Werd tot de galg verwezen door 't gerecht.
De boeren staken nu, bezorgd, de hoofden samen: -
Wie zou hun paarden thans beslaan?
't Gebrek verhelpen aan gekraakte wagenraân?
Kortom, 't was met hun plaats gedaan,
Wanneer zij geen pardon voor hunne smid bekwamen.
Allons de stoute schoenen aan! -
Zij gaan en corps de rechters spreken;
Zij harangueren, krijten, smeken;
Vergeefs! de misdaad schreeuwde luid:
Er moest volstrekt, naar recht en orde,
Ten zoen der wet gehangen worden;
De raven wachtten op hun buit.
"Wij hebben, sprak een boer, twee wevers hier, en kunnen
Er één van missen, kon 't gerecht dus slechts vergunnen
Een klein remplacement van kop, -
Och, laat ons dan de smid en hang een wever op."

plaats - boerderij
allons - laten we gaan
en corps - gezamenlijk
harang(u)eren - toespreken
tot zoen van - in overeenstemming met
remplacement - vervanging

Schrijver: Johannes Immerzeel
Inzender: Redactie, 21 september 2021


Geplaatst in de categorie: moraal

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 1.612

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)