De hond en de kat
De hond en de kat.
Wel hoe blaft gij zo, Kardoes?
Ha, 't is tegen onze poes.
Ze is u zeker weer ontlopen
En daar in de boom gekropen.
Nu, 't is goed, dat zij maar vlucht;
Want gij bijt haar soms geducht.
Poes bleef zitten op de tak,
Net als sliep ze op haar gemak;
Maar, toen vriend Kardoes ging lopen,
Deed zij gauw haar ogen open,
Sprong er af en liep naar huis,
Maar ving eerst op weg een muis.
Fabelen en gedichtjes (1873)
Schrijver: J.J.A. GoeverneurInzender: adm, 3 december 2010
Geplaatst in de categorie: dieren