In memoriam patris
O vader, die ik nimmer heb gekend,
Die in de schoot verzonken zijt der aarde,
Voordat ik werd geboren, toen de lent’
Wederom ontbloeide in Hollands weide en gaarde.
De zorgen, die mijn moeder sindsdien gaarde,
Zij raakte daar wel nimmer aan gewend,
Terwijl voorts ik haar leed en kommer baarde,
Hetgeen ik pas veel later heb erkend.
Zal ik u eenmaal beiden wedervinden,
Waar ook mijn ziel de vrijheid zal verwerven
En waar geen lichaam haar meer kan bederven?
Daarginder worden ziende alle blinden,
Daarom zal het wellicht hier niet geschieden
En dorst ik vaak naar hemelse gebieden.
Rijmproeven (1937)
Schrijver: Reinier van Genderen StortInzender: Redactie, 3 februari 2011
Geplaatst in de categorie: ouders