inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1581-1647

poëzie (nr. 1.592):

NOODLOT

Gelukkig die d' oorzaken van de dingen
Verstaat: en hoe zij vast zijn onderlingen
Geschakeld zulks dat gene levendheên,
(God uitgezegd) ooit iets van zelven deên
Of leen, maar al door ander oorzaaks dringen.

Door oorzaaks kracht men al wat schiedt ziet drijven.
Waar’ die te flauw, geen werking zou beklijven,
En oorzaak zijn geen oorzaak. Wat gewracht
Ter wereld wordt, is dan te weeg gebracht
Door kracht zo groot dat het niet na kan blijven.

Elke oorzaak heeft haar moederoorzaak weder.
't Gaat al zo 't moet: en daalt van Gode neder.
Zijn goedheid wijs vermogen is de bron
Waar 't al uit vliet als stralen uit de Zon.
Hij kon en zou, waar’ 't nutst, ons helpen reder.

----------------------------------------------------------
In dit gedicht wijst Hooft de wijze en machtige goedheid van God aan als de eerste oorzaak van alles: daaraan kan een mens vertrouwen ontlenen.

Schrijver: P.C. Hooft
Inzender: Han Messie, 12 februari 2011


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 5.322

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Corry Konings
Datum:
20 november 2012
In welke bundel behoort dit gedicht?

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)