Er ruist een zachte...
Er ruist een zachte roffel door de blaad'ren
Der populieren aan de zoom der weide;
Zij tromm'len aan hun ranke takken blijde
De zomer te gemoet, die stil komt naad'ren.
In de elzebosjes aan de kant der sloten,
Doorgeurd van honingklavers en kamillen,
Hoor ik de lentewind zijn liedje trillen
Met lang-gerekte, zangerige noten.
Op halmen wieg'len statig korenaren
Hoog boven paarsig-blauwe korenbloemen;
De koekoek zit zijn eigen naam te roemen,
Zich diep verschuilend in de dichte blaáren.
Gedichten (1888)
Schrijver: Edward KosterInzender: adm, 27 april 2011
Geplaatst in de categorie: jaargetijden