De Leidse visser en het Haarlemmer meer in 1852
Nu is het Meer niet meer;
Het moet zijn water missen;
Het krijgt het nimmer weer -
En nog wil Caubes vissen.
Het wilde-andijvie-kruid
Schudt overal zijn stengelen,
En strooit zijn pluizen uit -
En nog wil Caubes hengelen.
Het koolzaad zal eerlang
Hier veld bij velden kleuren;
Het ploegpaard komt te gang -
En nog wil Caubes peuren.
Haast hoort men hier alom
Het kraaien, tokken, kakelen
Van 't bonte hoenderdom -
En nog wil Caubes schakelen.
Och Caubes! 't Is gedaan;
De hekken zijn verhangen!
Daar is in 't Meer voortaan
Voor u slechts slib te vangen.
Inzender: adm, 28 september 2012
Geplaatst in de categorie: woonoord