inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1857 - 1938

poëzie (nr. 3.127):

Winternacht

Zwijgend en als uitgestorven
ligt het dal in winternacht.
In haar kleed van blanke vlokken
sluimert de aard, zo diep, zo zacht.

Aan de klare sterrenhemel
gaat de maan haar stille gang.
In haar schijn ligt daar de vlakte,
scheemrend, als een maagd zo blank.

Uitgegaan is 't laatste lampken
dat van ver u tegenglom.
Onder witbesneeuwde daken
slaapt het dorpken, stil en stom.

Slechts de toren, trouwe wachter,
't hoofd met eeuwen reeds bevracht,
houdt nog daar, in nacht en stilte,
over hut en hoeve wacht.

En, wen alles rondom sluimert,
van het leven onbewust,
galmt de sombre toon der klokke,
stem des Tijds, die nimmer rust.

Gedichten (1928)

Schrijver: Arnold Sauwen
Inzender: Redactie, 22 maart 2017


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 528

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)