Piet Lut
Meneer Piet Lut kent iedereen, 't is een man van zaken
Die zich zeer gewichtig voelt, als de schoenen kraken
Zondags loopt 'ie langs de kerk, o, 't is zo'n fijne!
Als 'ie op de dienstmeid vloekt, zegt 'ie 'Gossiemijne'
Meneer Piet Lut, die rekent zich bij de brave mensen
Die de prostitutiezaak vreselijk verwensen
Hij is van dat fijne soort, die de schijn vermijden
Maar de kat in 't donker knijpt, op de keukenmeiden
Meneer Piet Lut, als vrijgezel, had een aardig meissie
Daarmee deed 'ie in 't geniep menig boemelreissie
Eens zei hij: "Vaarwel, lief kind, ik ga deftig trouwen
Maar ik laat je niet alleen, jij mag ons kindje houen"
Hij zit in een Duitse kroeg, 's avonds tegen tienen
Knijpt 'ie stiekem in 't vlees van de kelnerienen.
En die zeggen 'm aan z'n oor: "O, jou stoute blondje
Ieder kneepie kost een fooi, of je geeft een rondje"
Meneer Piet Lut z'n neus is rood, net zo rood als kroten
Als een vlieg d'r lang op zit, is 'ie aangeschoten
"Daar kan ik toch niks aan doen", hoor je hem steeds urmen
"Dat komt niet van de rooie wijn, ik heb last van wurmen"
Hij denkt dat 'ie om z'n geld overal gezien is
De meisies schelden 'm op de straat uit voor uitgeholde Tinus
En wanneer 'ie dan zo loopt, schijnt 'ie te vergeten
Dat z'n opoe in een kroeg proppies heeft gesleten
Meneer Piet Lut heeft de koetsier en een open koessie
Ze rijden samen langs de straat, enkel voor 'n smoessie
Dan zie je nooit wie van de twee, of toch de koetsier is
't Enige wat je wel kan zien, is, wie de grootste klier is
Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=yFxRrGSByU0
Schrijver: Koos Speenhoff
Inzender: Redactie, 11 februari 2018
Geplaatst in de categorie: songtekst