Het maantje
De maan loopt door de wolken,
Zo zachtjes en zo snel;
De kindren komen buiten,
"O, knaapje, ziet ge 't wel?"
Toen stak het kleine knaapje
Naar haar zijne armkens uit,
En wou het maantje hebben,
En weende en schreide luid.
"Ik kan het u niet geven:
O, zo ge later, kind,
Ook 't levensheil wou hebben,
Dat men op aard niet vindt,
Denk dan aan 't zilvren maantje,
Dat door de wolken loopt,
En dat hij veel moet lijden,
Die op 't onmooglijk' hoopt."
Gedichten (1870)
Schrijver: Rosalie LovelingInzender: Redactie, 2 april 2020
Geplaatst in de categorie: welzijn