De wereld
Wat zijt ge, o samenstel van onbegrijplijkheden?
o Schaakling van gewrocht en oorzaak zonder end?
Wier mooglijkheid de geest te nauwernood rekent;
Wier dadelijk bestaan een nacht is voor de reden!
o Afgrond! die ’t besef geen weg windt in te treden!
Wat zijt ge? Een blote schijn, het zintuig ingeprent?
Een indruk van ’t verstand, waarom ’t zich vruchtloos wendt?
Een denkbeeld, dat we ons zelf uit ijdle mening smeden?
Of zijt ge in tegendeel een wezen buiten mij?
Bestaat ge? is dat bestaan geen enkle dromerij?
Of is ’t een wijziging van enig ander wezen?
Dus vraagde ik reis op reis, tot God mij ’t antwoord gaf.
Hij sprak: ’t bestaan is ’t mijn’; wat is, hangt van mij af,
De Wereld is mijn stem, en roept u, mij te vrezen.
Inzender: D.H., 23 juli 2004
Geplaatst in de categorie: religie