De jonge Zeeuw
Hij is een boer, maar hij is mooi.
In al zijn jeugdige ouderwetsheid
Is er geen zweem van vaag- of fletsheid,
Want alles is van ’t best allooi:
Het zwarte pak, de zwarte hoed,
Zijn gouden haar en gouden knopen,
’t Bestikte hemdsboord omhooggekropen,
Staat alles fleurig en is goed.
Alleen - zijn buis is niet meer wijd
Genoeg voor het geweld der schoeren*.
De stijve klepbroek knelt zijn stoere
Schier manlijke volwassenheid.
Maar hij lacht kalm en weet bescheid
Van ’t wonder dat zich gaat volvoeren.
--------------------------------------
* schoer - schouder
Spiegelbeelden (1937 1938)
Schrijver: Willem de MerodeInzender: J.S., 8 februari 2020
Geplaatst in de categorie: lichaam