DE ZWANE
Des hemels spiegel, mild en fris,
de lucht in 't ronde lavend,
daar ligt een vijver maagdelik schoon
in stille zomeravond.
En kalm in hare avondlust
bij 't zoet gesching* der mane
ligt langzaam drijvend op het meer
de dromerige Zwane.
De dichterlijke vogel mint
het maagdelijke water,
en baadt wellustig, spiegelt, drinkt,
aanhoort het lief geklater.
En onbewust bemint hem 't meer
en streelt zijn blanke veder,
en klatert zacht en spiegelt hem
zo teer zijn beeltnis weder.
Doch weiger* en bescheiden in
bewondering verslonden,
nooit heeft des vogels reine min
die maagdelikheid geschonden.
-------------------------------------
* gesching - schijnen
* weiger - weigerachtig, niet vrijgevig
Inzender: JM, 2 juli 2005
Geplaatst in de categorie: dieren
Dieben, kruisheer in Maaseik.