Als, bij moe-tanend avond-lichten
Als, bij moe-tanend avond-lichten,
angst daalt in onze aanwezigheid,
zijt gij 't, die voor onze aangezichten
de vreê der avond-lampe breidt.
Wij zitten, en ons leden wegen,
zwaar van stil-naedre dage-dood;
gij hebt zachte woorden die verplegen,
en breekt het vredige avond-brood.
En wij, die uwe gaven eten,
wij rusten in uw blijde haard,
en zien, ons leed bijna vergeten,
uw hand die stil de kruimels gaêrt;
en slapen in uw tere zorgen,
en raden niet hoe, troost-gewijd,
gij, voor u-zelf misschien verborgen,
van lijde' een béetre liefde zijt.
Het vaderhuis 1896-1903 'Verzen aan ene vrouw'
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 14 januari 2023
Geplaatst in de categorie: ouders