De schuiten hebben de dag volbracht.
De schuiten hebben de dag volbracht.
Zij drijven terug naar de goede haven.
Achter de kim ligt de zon begraven
onder de troost van rode pracht.
Wind is er haast niet, maar de sterke vloed
draagt ze vriendelijk, alle gelijk, naar binnen,
de wijde, veilige mond tegemoet,
waar de hoofden hun wachtende omarming beginnen.
Zo glijden zij voor de avondlucht,
de hoge, slapende zeilen geheven.
Het lijkt een betoverde vogelvlucht,
in laatste, dromende wiekslag gebleven.
Dan komt een enkel windezucht.
De dode wimpels rimpelen even.
Inzender: Redactie, 19 augustus 2019
Geplaatst in de categorie: werk