HERFST I.
I.
Grauw is de dag, en grauw is mijn gemoed;
De wind hangt machtloos in gebruinde twijgen,
En langzaam komen blaad'ren nederzijgen,
Die blijven rusten aan der bomen voet.
Geen zomerheerlijkheid, geen zomergloed,
Maar grijze lucht; de naakte takken neigen
Zich droevig aardwaarts; stom, vol somber dreigen
Staat ver der donk're dennen staat'ge stoet.
Een rauwe kreet snerpt gillend door de luchten;
En ijlings schiet een vogel mij voorbij,
Wegwiekend naar de duist're bomenrij.
Waarom moet ik uw schrille angstroep duchten;
O vogel, slaakt gij de' angstkreet mijner ziel,
Die me op deez' dubbel droeve dag ontviel?
Natuurindrukken en -stemmingen
Schrijver: Edward KosterInzender: Redactie, 12 oktober 2010
Geplaatst in de categorie: natuur