Zoals een zaadpluis door een spinragdraad
Zoals een zaadpluis door een spinragdraad,
De glinst'rende door 't glinst'rende gevangen,
Een korte poos stil trillende blijft hangen,
En dan langs lucht'ge helling opwaarts gaat,
Zo kleeft de mensenziel zich vol verlangen
Aan ijle broosheid van geluk, en haat
De vlaag van 't lot, die stuk het spinsel slaat
En voort haar jaagt tot nooit vermoede gangen.
De hemel schreit haar, angstig weggestormd,
Diep met zich mee naar 't smartlijk aardse donker;
En straalloos ligt en nietig en misvormd,
Wat zalig glansde in zilv'ren stergeflonker.
De wijze tijd houdt wacht; en 't godlijk zaad
Ontkiemt tot kunst, tot wetenschap, tot daad.
Brahman, deel I, p. 230(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: Redactie, 4 april 2020
Geplaatst in de categorie: vrijheid