Dorpsdans
De vedel zingt, waar roos en wingerd-ranken
Verliefd omhelzen 't huis des akkermans,
En gloeien in de avond-purper-glans, -
En twintig menschen rijzen bij die klanken;
Het avond-maal heeft uit: van dis en banken
Verdween der jonkheid blij geschaarde krans, -
De vlugge voeten reien zich ten dans,
En de arm buigt om de leesten heen, de slanken:
Daar tripplen zij en stampen naar de maat,
Terwijl de kroezen op de dis rinkinken, -
En naar de wangen stijgt het vrolijk bloed:
De oude, die daar op de dorpel staat,
Ziet men de vreugd uit lachende ogen blinken,
Tevreden, dat hij leeft, en leven doet.
Inzender: A.Z., 9 februari 2004
Geplaatst in de categorie: muziek