Aan 't verre dorpken
Waar de hei te bloeien staat
Speelde ik ééns als kind;
'k Lachte en zong er, vroeg en laat,
Stoeide er met de wind,
Och, 'k en wist geen leed, geen zucht,
Vlocht maar erica's;
Boven mij hing heel de lucht
Vol lobelia's...
Waar de heide te bloeien staat,
Knielde ik, liefste mijn,
's avonds in m'n nachtgewaad
Voor mijn beddekijn*;
'k Bad, dat ge me lieven mocht,
Jongen van m'n ziel,
Want mijn ziele de uwe zocht
Wijl er de avond viel.
Waar de heide te bloeien staat,
-'k Wist geen woorden toen,-
Bloeide er op mijn jong gelaat
De éérste liefdezoen;
Zachtjes over 't dorpekijn
Zong wat avondwind:
"Gauw zult ge vergeten zijn,
Blond idylle-kind."
Waar de heide te bloeien staat,
Slapen liefde en wee;
't Lied, dat door de bloemekens gaat,
Zingt m'n ziele mee...;
't Leven lokt en lieft en lacht:
"Kom..., mijn weg is breed!"
Heidebloemekens zingen zacht:
"Kind, vergeet..., vergeet..."
---------------------------------------------
beddekekijn, dorpekijn: -kijn is de vervanging van -ken, beddeken,dorpken
vondelingskens(1920)
Schrijver: Alice NahonInzender: adm, 18 november 2005
Geplaatst in de categorie: tijd