Vrouw
Lichaam, wentelend al-leven.
gedrochtelijk staan wij en massaal geheven
tegen de rottend-paarse hemel van verlangen
hijgende nacht
mijn vale handen tasten even
het slierend kransen van uw blauwe haren,
die, gif en scheemring, vachten hemel waren
over al-ruimte, uw gelaat, ivoor ovaal,
waarin uw ogen, spitse spleten, hangen:
een groen signaal.
-------------------------------------------
uit: Verzamelde gedichten (1941)
Inzender: Redactie, 27 november 2025
Geplaatst in de categorie: liefde

Geef je reactie op deze inzending: