115 resultaten.
Een man die, moe en levens-mat
poëzie
4.1 met 8 stemmen
3.038 Een man die, moe en levens-mat,
en liefde-leeg, en zorgen-zat,
zijn avond-maal bereidt:
hij roert de melk, en breekt het brood,-
waar hij van leven of van dood
verlangen kent, noch nijd;
- hij ziet de gulden hemel aan,
en voor zijn stoep de sparre staan
waar 't laatste licht in straalt
éen poze nog, éen warige poos,
'lijk in zijn hoofd…
Van alle reis terug nog voor de reis begonnen
poëzie
3.6 met 13 stemmen
3.758 Van alle reis terug nog voor de reis begonnen...
Wat, dat gij niet en wist, heeft de onrust u geleerd?
- Alle einders zijn ontgonnen
en elke tocht gemeerd.
Welke begeerte die, verzaad, niet heeft bedrogen,
en welke oprechte liefde ooit zonder waan beleên?
- o Dorre brand der ogen
na nodeloos geween!...
Geen bronnen meer, en geen stromen,…
Het huis mijns vaders
poëzie
3.8 met 33 stemmen
5.134 Het huis mijns vaders waar de dagen trager waren,
was stil, daar 't in de schaduwing der tuinen lag
en in de stilte van de rust-gewelfde blaêren.
- Ik was een kind, en mat het leven aan de lach
van mijne moeder, die niet blij was, en aan 't waren
der schemeringen om de bomen, en der jaren
om 't vredig leven van de roereloze dag.
En 'k…
Als, bij moe-tanend avond-lichten
poëzie
3.6 met 9 stemmen
2.804 Als, bij moe-tanend avond-lichten,
angst daalt in onze aanwezigheid,
zijt gij 't, die voor onze aangezichten
de vreê der avond-lampe breidt.
Wij zitten, en ons leden wegen,
zwaar van stil-naedre dage-dood;
gij hebt zachte woorden die verplegen,
en breekt het vredige avond-brood.
En wij, die uwe gaven eten,
wij rusten in uw blijde…
WIJDING AAN MIJN VADER
poëzie
4.0 met 30 stemmen
4.919 O Gij, die kommrend sterven moest, en Váder waart,
en míj liet leven, en me teder léerde leven
met uw zacht spreken, en met uw strelend hande-beven,
en, toen ge stierft, wat late zon op uwen baard;
- ik, die thans ben als een, die in den avond vaart,
en moe de riemen rusten laat, alleen gedreven
door zoele zomer-winden in…
Nacht. - Aan het open raam
poëzie
4.3 met 3 stemmen
1.568 Nacht. - Aan het open raam waar mijn begeerte huivert
van pijnigende weelde en blij-doorpriemend wee,
hoor 'k, in het wind-gewuif, van dag-gebroei gezuiverd,
gescheurd en moe de kreet der ongeziene zee.
Ik luister. En 't geschuif der zuiverende vegen
van flodder-wind, die hijgend-blij 't geluchte wast,
voelt zeulen in zijn joel en door…
Zingen, hoe de donkre wereld
poëzie
3.1 met 24 stemmen
4.017 Zingen, hoe de donkre wereld
zijne ronde reize gaat;
zingen 'lijk de merel merelt
'lijk de nachtegaal, die slaat;
Zingen, blind, 'lijk vóór alle eeuwen
't laaien van 't onnozel licht;
zinge' als zon en maan, flambeeuwen
aan het duisterst aangezicht;
zingen: vreugde en smart, gesmeten,
al wat gloeit en al wat rijt
aan de gapend-geer…
KOORTSDEUN
poëzie
4.1 met 39 stemmen
3.664 't Is triestig dat het regent in de herfst,
dat het moe regent in de herfst, daar-buiten,
- En wat de bloemen wegen in de herfst;
- en de oude regen lekend langs de ruiten...
Zwaai-stil staan grauwe bomen in het grijs,
de goede sider-bomen, ritsel-wenend;
- en 't is de wind, en 't is een lamme wijs
van kreun-gezang in snakke tonen stenend…
Goedheid, góedheid...
poëzie
3.5 met 10 stemmen
2.168 Goedheid, goedheid gelijk een zuster aan mijn zijde,
hoe heb ik u verbeid, - die ik niet vrágen dierf,
sinds, kommrend om mijn vreemd bestaan, mijn vader stierf,
en uw gezoen, o lief, mijn dode liefde zeide...
- Maar God zal mij misschien genadig zijn, genoeg
voor 't pover horizontje heil dat ik Hem vroeg,
en góed, o Goedheid, voor wie, moeizaam…
DE DICHTER
poëzie
3.5 met 8 stemmen
2.179 Mijn hand, der spâ verzwaard, heeft 't winter-zwijn gekeeld;
de toeë stal geurt zoel en zerp van zwoele vachten;
geschuurd de lome last der laatste zomer-vrachten,
rust thans mijn naarstig hoofd ter moede vinger-eelt.
Geen nijvre zorge meer die zweeg, of zwoegde, of lachte;
geen kommer die mijn dage' in hope of deemoed deelt:
het duister-wijs…
EEN VRUCHT DIE VALT
poëzie
4.2 met 9 stemmen
3.453 Een vrucht die valt...
- Waar ‘k wijle in ‘t onontwijde zwijgen,
buigt statiglijk de nacht zijn boog om mijn gestalt.
De tijd is dood, omhoog, omlaag. Geen sterren rijgen
haar paarlen aan ‘t stramien der roereloze twijgen.
En geen gerucht, dan deze vrucht, die valt.
Een vrucht.
- En waar ik sta, ten zatte levens-zome,
vol als de…
Aarde, over-oude
poëzie
4.0 met 14 stemmen
2.227 Aarde, over-oude, ik ben van u gescheiden.
De oog-appel van de nacht doordraait mijn hoofd;
de geur verwaait der overkaauwde weiden;
de tand verleerde 't raspen van het ooft.
Diep onder mij verveegt de reep der wegen;
geen fluistrend haspelen van huivrend graan
en wuift de smaak van wassend brood me tegen;
de blik der dieren is mijn…
Harde modder, guur kristal
poëzie
3.1 met 10 stemmen
1.961 Harde modder, guur kristal:
in mijn naakte woonste
rijk en arm aan niets en al,
ben 'k de ziekste en schoonste.
Huis dat afsluit en dat kijkt:
hart dat, onbewogen,
hoort de zee die wast en wijkt
vóor verzádigde ogen.
In geen spiegel, gruwvol-eêl,
't beeld van een begeren.
Al de beezmen zijn te veel
om de grond te keren.…
Gij zijt de goede vrouw
poëzie
4.0 met 8 stemmen
2.462 Gij zijt de goede vrouw ten drempel mijner dood, -
Gij die me uw ogen als een zomer-nacht ontsloot
Vol wondre lichten en vol rust'ge duisterheden;
Gij die me uw leden als de rijkste herfsten bracht,
En, schoner dan een schemering, de zéekre kracht
Van vredig leven en zich goed bemind te weten.
Want gij, die weet hoe iedre vreugde tanen moet…
o Late dag
poëzie
3.7 met 6 stemmen
1.910 o Late dag, gij smaakt naar water en naar rozen.
- Ik weet me alléen te zijn in 't wijde, koele huis;
'k geniet mijn eenzaamheid; ik voel mijn vrees verblozen;
ik voel 't verleên vergaan in teder blaêr-gesuis.
Reeds neigt de zon ter rust en lijkt 't gerijs der mane.
Er is geen komst die hoopt; er is geen leed dat wijkt.
Een vredige…
Gezapig als de zoen
poëzie
3.1 met 9 stemmen
1.796 Gezapig als de zoen van koele kinder-lippen
en zoeler dan ’t gezoef van bloesem-zoete wind,
o kleine regen, heeft van duizend glinster-stippen
uw stuivend licht mijn haar met perelen gepint.
En zonder roeren, dan te voelen hoe mijne ogen
vergroten, naar me uw peerlen-weelde zonne-wijdt,
sta ‘k als een smalle bruid, tot wenens toe bewogen…
Ik zal u niet beminnen
poëzie
4.2 met 12 stemmen
4.345 Ik zal u niet beminnen,
Gij, die in vreê gewaad
Voorbij mijn torve zinnen
Langs-heen mijn leven gaat.
Ik zie uw rústige ogen,
En 'k weet hoe goéd ge zijt:
úw tederheid, gebogen
Over mijn eenzaamheid.
En 'k heb u niets verborgen
Van blijheid, drift en leed,
En hoe uw plegend zorgen
Me in stilte wenen deed.
Maar - 'k zal u niet beminnen…
Ziekte, oude troosteres
poëzie
3.3 met 9 stemmen
1.681 - Ziekte, oude Troosteres, wier woorden wégen...
- ‘O Gij, mijn zoon, die duldig leven mag
van 't glooiënd denken aan een verre liefde-lach:
ik zie hoe in uw oog dromen als zwanen zegen.’
- Ja, ik ben goéd. Maar 'k wilde vrédig zijn...
- ‘Mijn leéuwrik! Gij, die door de nachten heen-gedrongen,
de vreugd van de enig-eeuw'ge…
Ik hoor de nacht
poëzie
3.7 met 9 stemmen
2.238 Ik hoor de nacht die nader-zijgt, -
en beider zwijgen...
Ik voel uw hoofd naar mij geneigd,
- zal 't míjne neigen?
Uw aangezicht is vreemdlijk stil
in 't schemer-leven...
Ik zie het laatste dag-geril
in de avond-dreven.
- Is dit een einde of een begin?...
Uw handen glanzen;
uw blik is als violen in
verslenste kransen...
- - Ach…
De bruid zegt:
poëzie
3.3 met 11 stemmen
2.532 Hoe wordt mijn lippe week
van honig-smaak?
- 't Is of 'k met tanden-reek
uw tanden raak...
Hoe zijn uw ogen klaar
van vreemde schijn!
'k Zie er me lévens-waar
spieglend in zijn...
'k Hou mijne leden, als
ware ik beschaamd...
- Uw adem, om mijn hals,
die zoelig aêmt...
- Is het een lente-gloed
die dóor me gaat?
Hoe toch uw strak…