inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1862 - 1920

poëzie (nr. 3.711):

Nederlands toekomst

I
't Is wel die gulden mond uit 't koele Noorden,
Die ons met warme woordenklank begroet, -
De tedere en forse toon dier volle akkoorden,
Gedragen op die innige hartegloed!

Wees, Ziener, ons gezegend om die woorden...
Lang dreunt hun nagalm door ons diepst gemoed;
Al wat we, luistrend, in ons zelve hoorden
Is 't, dat uw stalen stem weerklinken doet.

Wij wéten 't doel, de plicht. Met 't zwaard van kennis
En woord gewapend, staat een sterke jeugd,
In stevige drom, door storm en strijd verheugd,
En weert van Vlaandren iedre Franse schennis.

Onstuitbaar stijgt ze, in zegetocht, naar boven,
Met trotse mannenwil en kinderlijk geloven.

II
Germaniërs, ja, - maar Vlaamse Nederlanders:
Déés naam verbeeldt ons wezen, zegt ons doel.
Licht vechten we eenmaal rond dezelfde standerds,
Want waarheid wordt der Dichters voorgevoel.

O! Hollands, Vlaandrens ziel zijn één, - hoe anders
't Een schijn ook spiegelde - en, in 't strijdgewoel
Gelouterd, daagt, trots vete en tegenstanders,
Dwars door des tijds omstuimige gejoel,

Eens 't Grote Nederland, in reine glorie,
- Vlaandrens rijk hart met Hollands stoere kop -
Hoog stijgend, in de goudglans der victorie,
Boven der mensheid wijde deining op,

En doet weer, uit het kloekgepaarde streven,
De Macht, de Kunst, de Roem van Vondel's eeuw herleven.

Verzen (1900)

Schrijver: Prosper van Langendonck
Inzender: Redactie, 10 oktober 2019


Geplaatst in de categorie: taal

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 289

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)