inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1798 - 1860

poëzie (nr. 3.737):

Mijn zoon, mijn eersteling heeft zich een lid beleden

AAN MIJN OUDSTE ZOON
OP DE DAG ZIJNER BEVESTIGING ALS LID DER
CHRISTELIJKE HERVORMDE GEMEENTE.

Mijn zoon, mijn eersteling heeft zich een lid beleden,
werd als een lid begroet van Jesus’ Kerk op aard.
Heil hem! heil deze dag! met tranen en gebeden
ga stille lof en dank in onze ziel gepaard!
Ja, dank en lof aan Hem, die ’t oudren wilde geven
het kind, voor achttien jaar met zijne doop besprengd,
als jongling aan hun zijden stond te zien beleven,
die aan ’t geschokte hart een nieuwe roepstem brengt.
Ja, tranen bij het zien op schuld, ellend en zonde,
maar tranen, waar de blik op ’t Godslam heen door dringt;
wie aan het hout des vloeks die schuld het hart doorwondde,
maar aan dat hout geboet, in liefdes diepten zinkt.
Mijn zoon! hoor onze beê, en hoor’ haar God van boven!
De God des levens, der genade, des herstels;
Wie slechts de levende, de levende zal loven,
de God van Abraham, de God Israels!
„o! laat ook deze voor uw aangezichte leven,
ook deze spruit des volks, door u gekend weleer!
Hij leve een lid dier Kerk, die steeds u de eer zal geven,
veroverd op den dood door ’t sterven van haar Heer!”

Schrijver: Isaac da Costa
Inzender: Redactie, 1 december 2019


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 2.875

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)