Augustus
Zwijgend lover hangt te dromen,
van geleden jeugd vermoeid.
Kleurentrossen, moegebloeid,
schuilen onder lommerige bomen,
zwichten om de volle vracht
zwaargedragen levenspracht.
Brede schaduws komen glijden,
groeien, wolken volgend, aan, -
heel de wijde groene baan
zeilend af der weelderige weiden:
zachte vaart, door niets gestoord,
brede schaduws glijden voort.
Alles staat vol lust geladen
maar van moede lusten zat.
Leven, dat genoten had,
ging al dood in rimpelende bladen.
Grijze schaduw wankelt aan.
Vreugden willen rusten gaan.
Tochten (1911)
Schrijver: Jan PrinsInzender: Redactie, 1 augustus 2009
Geplaatst in de categorie: natuur