inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1881

poëzie (nr. 1.476):

Handkus

Ik mag die slanke handen zoetjes strelen,
Als zwoele wind de blanke duivenveren.
't Zijn lelies, waar de schaduwen om spelen,
Gekruifde golfjes, die de meeuwen scheren.

Ik druk ze, en zal hun wederdruk niet weren,
Ik wil, ik wil ze kus op kus ontstelen.
Een warme handendruk zal ze niet deren,
En deerde ze al, een handkus zou ze helen.

Gedoog, dat aan die sneeuw mijn wang zich koele,
En dat mijn lippen 't warme dons beroeren,
En dat ik dan nog eens mijn straf gevoele!

Gij weet, die straf, toen ik mij liet vervoeren
En in het kussen uwer hand volhardde,
Toen gij met de andre door mijn lokken warde'.

Schrijver: Jacques Perk
Inzender: Kees Zeeman, 13 augustus 2010


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 1.224

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)