Ga niet voorbij, maar blijf bij mij
Ga niet voorbij, maar blijf bij mij, en voel,
Wat Ik voel in het diepst van dit mijn wezen
Dat niets dan Gij mij nog iets liefs kan wezen
En alles òm u - zonder u - zoo koel,
Zo leeg, zo vreemd dat ik mij-zelf niet voel,
Wen ver van u - en 'k wens om weg te wezen,
Weg van mij-zelf, in 't land des doods, doods vrezen
Vergetend om de vrees voor 't donker koel
En doods gewoel des levens, dat in kringen
Rond-draait geduriglijk, en Ik draai mee,
Ach, ik, een klein arm ding in duizend dingen,
Met u geslingerd in één-zelfde dringen,
Wijl onze klare stemmen kalm als twee
Koralen uit het duister hoog-op zingen.
----------------------------------
uit: Verzen (1931)
Inzender: Redactie, 4 december 2010
Geplaatst in de categorie: liefde