inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 2.644):

TE VROEG BLOEIENDE PERZIK

Het voorjaar kwam zó vroeg
Met zon en luwe winden,
Dat ik in een verblinde
Verrukking bloemen droeg.

Ik kon de vaste tijd,
Door U besteld, niet wachten.
't Hunkren van mijn gedachten
Werd teedre werklijkheid.

0, de eerste morgen, dat
Mijn bloei zich openbaarde,
In de verdorde gaarde,
Hebt Gij mij liefgehad.

Toen, voor mijn weligheid,
Waarvan de twijgen rillen,
Hebt Gij mij gekastijd,
En mij omhuld met stille

Huiven van sneeuw, en dauw
Die stierde tot kristallen;
Nu sta ik star en grauw
Tussen de bloei van allen.

Maar wie mijn doodheid laakt,
Gij weet, dat ik kàn bloeien.
En uit verholen gloeien
Gij bloem en vruchten maakt.

Och God, Uw lente prijkt -
Wie weet - nog vele jaren.
Laat 't hart Uw gunst ervaren,
Tot het in bloei bezwijkt.

De donkere bloei (1923 - 1925)

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: Redactie, 27 april 2015


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 603

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)