inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 2.685):

Ik had uw hart mij tot een huis gewijd

III

Ik had uw hart mij tot een huis gewijd:
De wierook brandde — de opgeslagen blaân
Der schriften gloorden — de ark zag 'k openstaan -
Ik had mijn wolk rondom mijn huis gespreid.

En zie, in mijn huis zit een wisslaar aan,
Midden in mijn mysteriën, als beidt
Hij mijne komst: opent de poorten wijd,
Strooit lovers, dat mijn voet moog' binnengaan!

Wee mij! straks zal mijn levensmoede ziel,
Droef als een vlam, die half omsluierd gloort,
Rijzen naar waar àl bleke zielen zijn.

Om daar te branden met de matte schijn
Van onbegrepen liefde en 't onverhoord
Bidden te horen van wie na mij kniel'.

Van de liefde die vriendschap heet

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 25 mei 2015


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 395

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)