inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 3.437):

IK BEN GEEN VADER EN IK HÈB GEEN ZOON

Ik ben geen vader, en ik hèb geen zoon.
Niets dan een sage is zijn zacht bestaan.
Toch groeide hij gelijk de nieuwe maan
In grootte en glans en werd volwassen-schoon.

Nevens mij, glorieus en monotoon,
Verging de kringloop van zijn kort bestaan.
Mijn hand is strelend door zijn haar gegaan
En langs het kloppend halsje van mijn zoon.

Ik weet niet hoe hij werd en mij ontviel.
Ik ken alleen de klare periode
Van bloei die boven mijne schouder rees.
Nog spiegelt zijn hel lachen in mijn ziel.

God weet, wij hebben soms een droom van node,
Maar doodsbedroefd is die de droom ontrees.

-----------------------------------------------
eerste gedicht uit de cyclus: De gedroomde zoon

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: JM, 9 juni 2018


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 2.385

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)