De witte sneeuw
De witte sneeuw, in zachte val
Gestoven heinde en verre
Uit onafzienbre hemelhal
Als kleine sterre aan sterre,
Heeft stadig dalend toegespreid
Al de onbegaanbre wegen,
‘k Wist niet dat mij was toegezeid
Zo’n schone winterzegen.
Als wit besneeuwde mensen staan
De wilgen, half gebogen
De ruwe romp, opengedaan
Hun takken, onbewogen.
Zijn ’t pelgrims, in gesloten pij,
Van uit het Oost gekomen,
Die wachten staan, nu het daggetij
Tot bidden roept de vromen?
Ik weet het niet, aandachtig wil
Ik mijmrend blijven kijken
Naar ’t sneeuwgezicht en voelen stil
De droom er van, de rijke.
Inzender: Redactie, 4 januari 2016
Geplaatst in de categorie: natuur