OP HET UITMALEN VAN ’T HAARLEMMER MEER
Aan de Leeuw van Holland.
Aº. 1642
Uitheemse vijanden te zitten in de veren,
Te slingeren de staart groothartig over zee,
Is ijdel, als uw long, geslagen aan het teren,
Inwendig vast vergaat en gij met hartewee
Zo deerlijk zucht en kucht en loost bij hele brokken
Het rottend ingewand te keel uit, in de golf.
Wat baat het met uw klauw heel ’t Oost en ’t West te plokken,
Indien u bijt in ’t hart deez’ wrede waterwolf,
Belust om over u eerlang te triomferen?
O, landleeuw, waak eens op en wek met éne schreeuw
Al ’t veen: de Kennemers en Rijnlands oude heren,
Met d’ Amstellanders op, tot noodhulp van hun leeuw.
Men sluite met een dijk dit dier, dat u komt plagen.
De windvorst vliege er met zijn molenwieken toe.
De snelle windvorst weet de waterwolf te jagen
In zee, vanwaar hij u kwam knabbelen, nimmer moe.
De veenboer zit en wenst deez’ waterjacht te spoeien
In ’t veenwijf roept: ‘hij ruimt! De landleeuw weidt op ’t ruim
En zuigt zijn long gezond aan d’ uiers van de koeien!’
Zo wint de landleeuw land. Zo puurt hij goud uit schuim.
---------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------
In de jaren 1630 maakte men plannen om de Haarlemmermeer droog te leggen.
Vondel stelt het water voor als een wolf of tering - slopende tuberculose - die het lichaam van de Hollandse leeuw van binnenuit aantast.
(Pas in de 19e eeuw zou de inpoldering plaats vinden)
----------------------------------------------
ijdel - nutteloos
spoeien - bespoedigen
ruimt - slaat op de vlucht
goud - voordeel (van grond, graan, geld)
Inzender: Redactie, 8 augustus 2021
Geplaatst in de categorie: woonoord